V-N 1997/2702, 4
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR. FISCAAL BESTUURSRECHT. MOTORRIJTUIGENBELASTING Belanghebbende heeft niet voldaan aan de voorwaarden van de FH-regeling. Beroep op gunstiger behandeling in het verleden kan niet pas in cassatie te berde worden gebracht
HR 15-07-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA2192, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 juli 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Meij
- Zaaknummer
32 454
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA2192
- JCDI
JCDI:ADS898739:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2192, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑07‑1997
- Wetingang
art. 3 Wet MRB 1966 (oud); vertrouwensbeginsel
Essentie
ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR. FISCAAL BESTUURSRECHT. MOTORRIJTUIGENBELASTING Belanghebbende heeft niet voldaan aan de voorwaarden van de FH-regeling. Beroep op gunstiger behandeling in het verleden kan niet pas in cassatie te berde worden gebracht
Samenvatting
De auto van X was ten tijde van de controle voorzien van een handelaarskenteken. De bestuurder kon op dat moment echter het betalingsbewijs motorrijtuigenbelasting noch het handelaarskentekenbewijs tonen. In geschil is of X destijds voldeed aan de voorwaarden van de zogenoemde FH-regeling.
Het hof heeft geoordeeld dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X ten tijde van de controle met betrekking tot ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.