V-N 2004/29.6
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Boete. Hoge Raad oordeelt dat belanghebbende geen opzet kan worden verweten. Na verwijzing moet blijken of sprake is van grove schuld
HR 28-05-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP0228, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 mei 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Zuurmond; Brunschot, van; Monné; Bavinck
- Zaaknummer
39 160
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AP0228
- JCDI
JCDI:ADS903878:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP0228, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑05‑2004
- Wetingang
Art. 18 (oud) AWR
Essentie
FISCAAL BESTUURSPROCESRECHT. INKOMSTENBELASTING Boete. Hoge Raad oordeelt dat belanghebbende geen opzet kan worden verweten. Na verwijzing moet blijken of sprake is van grove schuld
Samenvatting
Door de verkoop van om niet toegewezen certificaten van aandelen A NV heeft belanghebbende, X, volgens Hof 's-Hertogenbosch andere inkomsten uit arbeid genoten. Nu X zich niet heeft verplicht tot betaling van de koopsom, maar deze slechts in deposito heeft gegeven onder risicobeperkende voorwaarden, had X het oogmerk met de verkoop voordeel te behalen. In feite heeft X volgens het hof geen risicodragend eigen vermogen verstrekt voor de certificaten, maar heeft hij slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.