FED 1997/478
HR, 25-06-1997, nr. 32 468
HR 25-06-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2188
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij; Soest, van
- Zaaknummer
32 468
- LJN
AA2188
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2188, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2188, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑06‑1997
- Wetingang
art. 61b Wet IB 1964
Uitspraak
Belanghebbende, X, exploiteerde sinds 7 maart 1985 een motorschip. De aankoopsom in 1985 bedroeg f 68 500, exclusief kosten. Ter zake van de investering is haar een WIR-premie toegekend van 18,25% van f 69 842. In 1986 heeft zij nog geïnvesteerd in een beunkoeler. Hierover is een WIR-premie toegekend van 18,5% van f 4215. In 1990 meldde X het schip aan voor de sloopregeling binnenvaart, neergelegd in Verordening (EEG) nr. 1101/89, welke voor Nederland is ten uitvoer gelegd bij de Wet structurele sanering binnenvaart.
Krachtens die regeling is aan X in 1990 een sloopuitkering toegekend van f 44 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.