FED 1985/226
Belasting die naar evenredigheid van de dienst verschuldigd is door de dienstverrichter en als zodanig afzonderlijk en naar evenredigheid van de dienst wordt doorberekend aan de client, behoren tot de uitschotten aan belasting. De door een campingexploitant doorberekende toeristenbelasting voldoet in casu aan dit criterium, zodat ter zake geen omzetbelasting verschuldigd is. Indien een bepaling van een EG-richtlijn voor belanghebbende tot een hogere heffing leidt dan de overeenkomstige bepaling in de nationale wetgeving, geldt laatstbedoelde bepaling.
HR 20-02-1985, ECLI:NL:HR:1985:BH1700, m.nt. D.B. Bijl
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 februari 1985
- Magistraten
Vroom; Stol; Jansen; Linde, Van Der; Roelvink; Soest, Van
- Zaaknummer
22 618
- Noot
D.B. Bijl
- LJN
BH1700
- JCDI
JCDI:ADS202536:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1985:BH1700, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑02‑1985
- Wetingang
Essentie
Belasting die naar evenredigheid van de dienst verschuldigd is door de dienstverrichter en als zodanig afzonderlijk en naar evenredigheid van de dienst wordt doorberekend aan de client, behoren tot de uitschotten aan belasting. De door een campingexploitant doorberekende toeristenbelasting voldoet in casu aan dit criterium, zodat ter zake geen omzetbelasting verschuldigd is. Indien een bepaling van een EG-richtlijn voor belanghebbende tot een hogere heffing leidt dan de overeenkomstige bepaling in de nationale wetgeving, geldt laatstbedoelde bepaling.
Uitspraak
Het geschil betrof een naheffingsaanslag in de omzetbelasting over het tijdvak 1974 tot en met 1976
Vaststaat:
Belanghebbende exploiteert op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.