V-N 2005/48.9:FISCAAL BESTUURSRECHT Navordering. Boete. Verlengde navorderingstermijn. Door belanghebbende onder dwang afgelegde verklaring

V-N 2005/48.9

FISCAAL BESTUURSRECHT Navordering. Boete. Verlengde navorderingstermijn. Door belanghebbende onder dwang afgelegde verklaring

Documentgegevens:

HR 16-09-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AO9013, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws

Instantie: Hoge Raad
Datum: 16 september 2005
Magistraten: Pos; Monné; Amersfoort, van; Maanen, van; Streefkerk
Zaaknummer: 38 156
Noot: Redactie Vakstudie Nieuws
LJN: AO9013
JCDI: JCDI:ADS660456:1
Vakgebied(en): Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2005:AO9013, Uitspraak, Hoge Raad, 16‑09‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AO9013, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑09‑2005
Wetingang: Art. 16, 18 en 47 AWR; art. 6 EVRM; art. 15 IVBPR

Essentie

Samenvatting

Volgens de Hoge Raad heeft Hof 's-Gravenhage mogelijk gezondigd tegen de regel dat de op vordering van de inspecteur door een belastingplichtige afgelegde verklaringen niet bruikbaar zijn als bewijs voor de boete. Verder is de Hoge Raad van oordeel dat de introductie van de verlengde navorderingstermijn niet aan het rechtsgeldig opleggen van de boete in de weg staat. Anders dan bij de introductie van de kwade trouw bij navordering, heeft de verlenging van de navorderingstermijn immers geen verruiming tot gevolg van de feiten waarvoor een verhoging ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.