Inhoudsopgave
WFR 2009/1338:De integratieheffing, integraal van toepassing?
WFR 2009/1338
De integratieheffing, integraal van toepassing?
Documentgegevens:
Prof. dr. R.N.G. van der Paardt , datum 01-01-2009
- Datum
01-01-2009
- Auteur
Prof. dr. R.N.G. van der Paardt 1
- JCDI
JCDI:ADS758945:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Europees belastingrecht / Richtlijnen EU
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
Omzetbelasting / Vrijstelling
- Wetingang
Wet OB 1968
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De auteur plaatst onder meer enige nuancerende kanttekeningen bij het materiële belang van die integratieheffing. Voorts komt aan de orde of in Nederland die heffing wellicht te ruim wordt toegepast.
1. Inleiding
EU-lidstaten kunnen het bestemmen 2 van in het eigen bedrijf vervaardigde goederen voor bedrijfsdoeleinden waarvoor geen volledig recht op aftrek van voorbelasting bestaat, op grond van art. 18 btw-richtlijn, aanmerken als een levering voor btw-doeleinden. De Nederlandse wetgever heeft deze, als integratieheffing bekend staande, fictieve levering in art. 3, derde lid, onder b, Wet OB 1968 (tot 1 januari 2007: art. 3, eerste lid, onderdeel h, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.