FED 2002/401
Verschoonbare termijnoverschrijding HOF 'S-HERTOGENBOSCH OVERWOOG OMTRENT DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP:
HR 08-03-2002, ECLI:NL:HR:2002:AE3822, m.nt. R.M.P.G. Niessen-Cobben
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 maart 2002
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
36 382
- Noot
R.M.P.G. Niessen-Cobben
- LJN
AE3822
- JCDI
JCDI:ADS234204:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2002:AE3822, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑03‑2002
- Wetingang
Art. 6:11 Awb
Essentie
Verschoonbare termijnoverschrijding HOF 'S-HERTOGENBOSCH OVERWOOG OMTRENT DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET BEROEP:
Samenvatting
De uitspraak op bezwaar wordt in twee brieven aan belanghebbende kenbaar gemaakt. De eerste brief heeft als aanhef 'Betreft uitspraak op een bezwaarschrift' en bevat een samenvatting van het bezwaar en een beoordeling daarvan. Tevens is een rechtsmiddelverwijzing opgenomen. In de tweede brief is de cijfermatige onderbouwing opgenomen.
De eerste brief kwalificeert als de uitspraak op bezwaar, waarna de beroepstermijn begint te lopen. Nu belanghebbende binnen zes weken na ontvangst van de tweede brief beroep heeft ingesteld is dit beroep wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. Ingevolge art. 7:11, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.