FED 2004/438
Balansgarantievordering in casu niet afwaardeerbaar
HR 25-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP4382, m.nt. P.C. van der Vegt (balansgarantiearrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck
- Zaaknummer
39 888
- Noot
P.C. van der Vegt
- LJN
AP4382
- Roepnaam
balansgarantiearrest
- JCDI
JCDI:ADS234893:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP4382, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑06‑2004
- Wetingang
Art. 3.8 Wet IB 2001, art. 8, eerste lid, Wet VPB 1969, art. 13, eerste lid, Wet VPB 1969
Essentie
Balansgarantievordering in casu niet afwaardeerbaar
Samenvatting
Belanghebbende kocht op 21 december 1990 alle aandelen in A BV van C. Ter zake van deze aankoop heeft C aan belanghebbende een balansgarantie verstrekt. Ten name van A BV is in 1996 een navorderingsaanslag vennootschapsbelasting 1990 opgelegd ter grootte van f 1 693 424. Voorts werd haar aan heffingsrente, invorderingsrente en kosten f 514 320 in rekening gebracht. Van deze bedragen heeft C uit hoofde van de balansgarantie per saldo een bedrag van f 393 786 voor zijn rekening genomen. Belanghebbende wenst het verschil tussen het door A BV te betalen bedrag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.