FED 1992/644
Bestuurdersaansprakelijkheid. De inspecteur heeft in voorkomende gevallen keuzevrijheid tussen toepassing van de regels van de bestuurdersaansprakelijkheid en die van ketenaansprakelijkheid. De omstandigheid dat de werknemer-bestuurder van een rechtspersoon aansprakelijk gehouden kan worden voor belastingschulden van zijn werkgever, terwijl de werknemer van een natuurlijk persoon niet voor die schulden aansprakelijk is, vormt geen discriminatie in de zin van art. 26 Bupo-verdrag. Evenmin vormt het verschil in bewijsrechtelijke positie tussen de bestuurder die wel, en een die niet gemeld heeft, zulk een ongeoorloofde discriminatie. In casu vormde het mondeling overleg met de ontvanger geen rechtsgeldige mededeling van betalingsonmacht. Ofschoon belanghebbende slechts belast was met technische aspecten van het bedrijf, en door zijn mede-bestuurder onkundig werd gehouden van de financiele situatie, heeft hij niet aannemelijk gemaakt dat de niet-melding niet aan hem te wijten is, nu hij financieel inzicht had kunnen vragen en desnoods afdwingen.
Hof Amsterdam 12-05-1992, ECLI:NL:GHAMS:1992:AW4714
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
12 mei 1992
- Magistraten
Dutmer; Bijl; Onnes
- Zaaknummer
1780/90
- LJN
AW4714
- JCDI
JCDI:ADS273409:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:1992:AW4714, Uitspraak, Hof Amsterdam, 12‑05‑1992
- Wetingang
art. 36 Invorderingswet 1990
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. De inspecteur heeft in voorkomende gevallen keuzevrijheid tussen toepassing van de regels van de bestuurdersaansprakelijkheid en die van ketenaansprakelijkheid. De omstandigheid dat de werknemer-bestuurder van een rechtspersoon aansprakelijk gehouden kan worden voor belastingschulden van zijn werkgever, terwijl de werknemer van een natuurlijk persoon niet voor die schulden aansprakelijk is, vormt geen discriminatie in de zin van art. 26 Bupo-verdrag. Evenmin vormt het verschil in bewijsrechtelijke positie tussen de bestuurder die wel, en een die niet gemeld heeft, zulk een ongeoorloofde discriminatie. In casu vormde het mondeling overleg met de ontvanger geen rechtsgeldige mededeling van betalingsonmacht. Ofschoon belanghebbende slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.