Winstdrainage en fraus legis

In een viertal, in de maanden augustus en september van het jaar 1995 gewezen, arresten heeft de Hoge Raad een belangrijke nieuwe invulling gegeven aan het leerstuk van de wetsontduiking. Het grondpatroon van de aan deze arresten ten grondslag liggende casus is steeds als volgt: lichaam A draagt de aandelen van een actieve dochtervennootschap BV B tegen een rentedragende vordering over aan een andere dochtervennootschap BV C, die als (tussen)houdstermaatschappij fungeert. C en B gaan vervolgens een fiscale eenheid aan, met als gevolg dat de door C aan A betaalde rentelasten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?