FED 1990/89
1. Bij vererving van aandelen van een buitenlandse aanmerkelijk belanghouder geldt als verkrijgingsprijs voor de erven de waarde van de aandelen ten tijde van het overlijden. 2. Indien de vervreemdingsprijs kan worden gecorrigeerd op grond van toekomstige ontwikkelingen, moet voor de bepaling van de aanmerkelijk belangwinst de invloed hiervan worden geschat, en worden de correcties niet in aanmerking genomen naarmate zij optreden.
HR 23-08-1989, ECLI:NL:HR:1989:ZC4093, m.nt. J.C.K.W. Bartel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 augustus 1989
- Magistraten
Jansen; Linde, Van Der; Baardman; Bellaart; Korthals Altes; Soest, Van
- Zaaknummer
25 516
- Noot
J.C.K.W. Bartel
- LJN
ZC4093
- JCDI
JCDI:ADS207850:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1989:ZC4093, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑08‑1989
- Wetingang
Art. 39 Wet IB 1964
Essentie
1. Bij vererving van aandelen van een buitenlandse aanmerkelijk belanghouder geldt als verkrijgingsprijs voor de erven de waarde van de aandelen ten tijde van het overlijden. 2. Indien de vervreemdingsprijs kan worden gecorrigeerd op grond van toekomstige ontwikkelingen, moet voor de bepaling van de aanmerkelijk belangwinst de invloed hiervan worden geschat, en worden de correcties niet in aanmerking genomen naarmate zij optreden.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting 1981.
Vaststaat:
1. Belanghebbende, X te Z, oefende in 1981 een zelfstandig beroep uit te Z. Zijn echtgenote, mevrouw XY, was mede werkzaam in de praktijk.
2. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.