FED 1987/116
Belanghebbende leefde duurzaam gescheiden van haar echtgenoot en woonde in de echtelijke woning die haar op grond van een rechterlijke beschikking (825 b Rechtsvordering) bij uitsluiting ter beschikking stond. Zij genoot de huurwaarde van de woning in haar geheel als inkomsten uit vermogen en niet voor deel als alimentatie.
HR 03-12-1986, ECLI:NL:PHR:1986:AW7811, m.nt. J. Rensema
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 december 1986
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Stoffer; Verburgh; Mijnssen; Soest, Van
- Zaaknummer
23 874
- Noot
J. Rensema
- LJN
AW7811
- JCDI
JCDI:ADS205235:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1986:AW7811, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑12‑1986
ECLI:NL:PHR:1986:AW7811, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑1986
- Wetingang
Art. 24 en art. 30 Wet IB 1964
Essentie
Belanghebbende leefde duurzaam gescheiden van haar echtgenoot en woonde in de echtelijke woning die haar op grond van een rechterlijke beschikking (825 b Rechtsvordering) bij uitsluiting ter beschikking stond. Zij genoot de huurwaarde van de woning in haar geheel als inkomsten uit vermogen en niet voor deel als alimentatie.
Uitspraak
Inkomstenbelasting 1981.
Vaststaat:
Belanghebbende (X te Z), die op 31 december 1981 gehuwd was, leefde vanaf 15 april 1981 duurzaam gescheiden van haar echtgenoot. Ingevolge een beschikking van de Rechtbank te P van 9 april 1981 was belanghebbende vanaf genoemde datum bij uitsluiting gerechtigd tot het gebruik van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.