FED 2005/52
Wanneer zijn aandelenoptierechten overeengekomen in de zin van de overgangsregeling (wet van 24 juni 1998, Stb. 1998, 370)
HR 04-03-2005, ECLI:NL:PHR:2005:AO3070, m.nt. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 maart 2005
- Magistraten
Pos; Monné; Leemreis; Maanen, van; Streefkerk
- Zaaknummer
39 358
- Noot
P. van der Wal
- LJN
AO3070
- JCDI
JCDI:ADS235141:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Loonbelasting / Algemeen
Loonbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2005:AO3070, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑03‑2005
ECLI:NL:PHR:2005:AO3070, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑03‑2005
- Wetingang
Art. 10 Wet LB 1964
Essentie
Wanneer zijn aandelenoptierechten overeengekomen in de zin van de overgangsregeling (wet van 24 juni 1998, Stb. 1998, 370)
Samenvatting
Aandelenoptieregelingen voor werknemers laten zich naar hun strekking onderscheiden in twee varianten:
1. in de eerste variant worden in de arbeidsovereenkomst (dan wel afzonderlijke raamovereenkomst) aan de werknemer optierechten toegekend, waarvan de (toekomstige, veelal jaarlijkse) verwerving enkel afhankelijk is van de vervulling van de opschortende voorwaarde dat het dienstverband voortduurt op de overeengekomen vervaldatum; in deze variant geniet de werknemer (zoveel naar het oude als naar het nieuwe recht) op de vervaldatum een voordeel, dat onderhevig is aan inhouding van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.