BNB 1998/191
Tegen oordeel van de CRvB dat geen sprake is van zelfstandige bedrijfsuitoefening staat beroep in cassatie niet open
HR 04-02-1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC6930, m.nt. W.A. Sinninghe Damsté
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
4 februari 1998
- Magistraten
Zuurmond; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
300
- Noot
W.A. Sinninghe Damsté
- LJN
ZC6930
- JCDI
JCDI:ADS660320:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Premieheffing (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:ZC6930, Uitspraak, Hoge Raad, 04‑02‑1998
ECLI:NL:HR:1908:1, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑06‑1908
- Wetingang
Art. 18c Coördinatiewet Sociale Verzekering
Essentie
Tegen oordeel van de CRvB dat geen sprake is van zelfstandige bedrijfsuitoefening staat beroep in cassatie niet open
Samenvatting
De Bedrijfsvereniging heeft de arbeidsverhouding waarin de taxichauffeurs werkzaam waren, aangemerkt als een arbeidsverhouding die ingevolge het KB van 24 december 1986, Stb. 655, met een privaatrechtelijke dienstbetrekking kon worden gelijkgesteld. De uitzondering van art. 8 van dit KB voor werkzaamheden in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep werd niet aanwezig geacht. In hoger beroep oordeelde ook de CRvB dat geen sprake was van de uitoefening van een bedrijf of de zelfstandige uitoefening ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.