V-N 2000/33.15
INKOMSTENBELASTING Inbreng onderneming in BV. Inbrengfaciliteit niet van toepassing, nu inbreng onderdeel uitmaakt van plan om onderneming te liquideren
HR 14-07-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA6524, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
14 juli 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Amersfoort, van; Lourens
- Zaaknummer
35067
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA6524
- JCDI
JCDI:ADS901017:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6524, Uitspraak, Hoge Raad, 14‑07‑2000
- Wetingang
Art. 18 Wet IB 1964
Essentie
INKOMSTENBELASTING Inbreng onderneming in BV. Inbrengfaciliteit niet van toepassing, nu inbreng onderdeel uitmaakt van plan om onderneming te liquideren
Samenvatting
Belanghebbende, X, en zijn zoon A dreven een VOF die een visserijbedrijf uitoefende op eigen schepen, de EE en de FF, en met op eigen naam staande "visdocumenten" (quota). De firma vervreemdde haar schepen in 1994. Voorts verkocht zij 3 van haar 5 quota aan derden en verhuurde ze de 2 resterende tot ultimo 1997 aan derden. Bij brief van 13 juli 1994 stelde X' gemachtigde voor per 1 januari 1994 de firma om te zetten in een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.