BNB 2011/82
Heffingsrente. Indien de inspecteur later dan drie maanden na een verzoek een (voorlopige) aanslag oplegt, belet het zorgvuldigheidsbeginsel hem niet heffingsrente in rekening te brengen over die drie maanden
HR 24-12-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM7365, m.nt. J.A.R. van Eijsden
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 december 2010
- Magistraten
Berge, van den; Schaap; Tijnagel; Feteris; Loon, van
- Zaaknummer
09/05111
- Noot
J.A.R. van Eijsden
- LJN
BM7365
- JCDI
JCDI:ADS171761:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
Fiscaal procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2010:BM7365, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 24‑12‑2010
ECLI:NL:HR:2010:BM7365, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑12‑2010
- Wetingang
Essentie
Heffingsrente. Indien de inspecteur later dan drie maanden na een verzoek een (voorlopige) aanslag oplegt, belet het zorgvuldigheidsbeginsel hem niet heffingsrente in rekening te brengen over die drie maanden
Samenvatting
In verband met een relatief omvangrijke bate heeft belanghebbende de Inspecteur herhaaldelijk verzocht haar met spoed een voorlopige aanslag op te leggen. De voorlopige aanslag is ruim vijf maanden na dat verzoek opgelegd. In de bezwaarfase heeft de Inspecteur de heffingsrente beperkt tot de periode die drie maanden na het verzoek eindigde. In geschil is of de heffingsrente verder moet worden verminderd. Het Hof heeft de heffingsrente beperkt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.