FED 1995/329
HR, 12-04-1995, nr. 30 105
HR 12-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1543
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 105
- LJN
AA1543
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1543, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1995
- Wetingang
Art. 8 Wet Vpb. 1969
Uitspraak
Belanghebbende, X NV, is voor het boekjaar 1984/1985 gebonden aan een CAO-VUT-regeling. Met de uitvoering van de VUT-regeling is de Stichting B belast. Volgens de VUT-regeling dienen de werkgevers aan B als bijdrage jaarlijks een percentage van de loonsom te betalen. Deze gelden dienen ter financiering van de kosten in verband met vrijwillig vervroegd uittreden van werknemers die van de regeling gebruik maken. B past een omslagstelsel toe en streeft niet naar vermogensvorming. De VUT-regeling is op 1 januari 1982 ingegaan en zou eindigen op 31 augustus 1985. Indien de VUT-regeling na 31 augustus 1985 niet zou worden voortgezet, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.