FED 2005/7
Inbreng onderneming in BV gevolgd door tevoren overeengekomen gedeeltelijke overdracht daarvan. Stakingslijfrenteaftrek partieel van toepassing
HR 01-10-2004, ECLI:NL:HR:2004:AR3101, m.nt. P.G.H. Albert
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 oktober 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck
- Zaaknummer
39 668
- Noot
P.G.H. Albert
- LJN
AR3101
- JCDI
JCDI:ADS235111:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AR3101, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑10‑2004
- Wetingang
Essentie
Inbreng onderneming in BV gevolgd door tevoren overeengekomen gedeeltelijke overdracht daarvan. Stakingslijfrenteaftrek partieel van toepassing
Samenvatting
Wanneer de inbreng van een onderneming in een BV wordt gevolgd door een tevoren overeengekomen gedeeltelijke overdracht van die onderneming aan een derde, geldt een partiële stakingslijfrenteaftrek.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 1996.
OP HET BEROEP IN CASSATIE VAN BELANGHEBBENDE OVERWEEGT DE HOGE RAAD:
3.1 In cassatie kan van het volgende worden uitgegaan.
3.1.1 Belanghebbende en A exploiteerden gezamenlijk in de vorm van een maatschap een accountantskantoor onder de naam Accountantskantoor B (hierna: de maatschap).
3.1.2 Op ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.