FED 1999/130
HR, 03-02-1999, nr. 34 131
HR 03-02-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2637
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
3 februari 1999
- Zaaknummer
34 131
- LJN
AA2637
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Milieubelastingen (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2637, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑1999
- Wetingang
Vertrouwensbeginsel; art. 228 Gemeentewet
Uitspraak
Het tarief voor de precariobelasting bedroeg in 1995 f 11 per bord per jaar en in 1996 f 0,50 per bord per dag. In de vergunning die B & W op 16 februari 1996 voor de plaatsing in de maanden april en mei 1996 aan belanghebbende, X, hebben verleend, is vermeld: 'voor het plaatsen van de reclameborden bent u precariorechten verschuldigd; u ontvangt hiervoor te zijner tijd een aanslag precariorechten; Leges f 16,25'. In de vergunningen voor 1994 en 1995 kwam een gelijke zinsnede voor inzake de precariorechten en werd X f 15 respectievelijk f 15,60 aan leges in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.