BNB 2004/347
Waardering vordering uit hoofde van balansgarantie
HR 25-06-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP4382, m.nt. E. Aardema (balansgarantiearrest)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 juni 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Bavinck
- Zaaknummer
39 888
- Noot
E. Aardema
- LJN
AP4382
- Roepnaam
balansgarantiearrest
- JCDI
JCDI:ADS888813:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting / Algemeen
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP4382, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑06‑2004
- Wetingang
Art. 9 Wet IB 1964 en 13 Wet Vpb. 1969
Essentie
Waardering vordering uit hoofde van balansgarantie
Samenvatting
Voortzetting zaak HR, BNB 2003/61*.
HR: Uit het arrest HR, BNB 2003/61* volgt dat de vordering die een koper uit hoofde van een balansgarantie heeft op een verkoper, moet worden gewaardeerd met inachtneming van de feiten en omstandigheden ten tijde van de verwerving van de deelneming. Die waarde zal gelijk zijn aan het uiteindelijk betaalde bedrag, tenzij door ontwikkelingen na de verwerving van de deelneming, bijvoorbeeld ten gevolge van een gewijzigde solvabiliteit van de verkoper, de vordering in waarde is veranderd. Een zodanige verandering behoort tot de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.