V-N 1995/4113, 5
Algemene wet inzake rijksbelastingen Belastingaanslag door fout in adressering na afloop termijn door belastingplichtige ontvangen. Niet is komen vast te staan dat de onjuiste adressering niet aan de fiscus is te verwijten
HR 15-11-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1687, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 november 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 869
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA1687
- JCDI
JCDI:ADS897475:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1687, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑11‑1995
- Wetingang
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen Belastingaanslag door fout in adressering na afloop termijn door belastingplichtige ontvangen. Niet is komen vast te staan dat de onjuiste adressering niet aan de fiscus is te verwijten
Samenvatting
X exploiteerde in het tijdvak 1987 tot en met 1990 een groothandel in sanitair. Bij de regeling van de aanslag inkomstenbelasting 1990 bleek dat X' balans per 31 december 1990 een passiefpost omzetbelasting vermeldde ad f 173 971. Daarvan had f 12 236 betrekking op het tijdvak december 1990. Met betrekking tot resterende f 161 735 is de onderhavige naheffingsaanslag opgelegd met dagtekening 28 december ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.