BNB 1994/168
HR, 13-04-1994, nr. 29 053
HR 13-04-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5643
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 april 1994
- Magistraten
Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 053
- LJN
ZC5643
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5643, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑04‑1994
- Wetingang
Art. 35 Wet IB 1964
Samenvatting
Verbouwingswerkzaamheden. Motiveringsgebrek
Het Hof heeft zijn oordeel dat de kosten van de verbouwing van het onderhavige monumentenpand niet, ook niet voor een deel, ertoe hebben gestrekt om het pand, zoals dit bij de aanvang van de werkzaamheden bestond, in bruikbare staat te herstellen en aldus de ingetreden achteruitgang op te heffen, doen steunen op de omstandigheden dat het pand bij de aanvang van de werkzaamheden geschikt was voor kamerverhuur/hotel en voor een klein deel voor eigen bewoning en na de verbouwing geschikt was voor bewoning door een gezin en dat een modern wooncomfort biedende eengezinswoning is ontstaan.
HR: ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.