FED 1996/538
Met betrekking tot een veroordeling in de proceskosten is, indien het een aanslag betreft, als het in de rechtsstrijd betrokken belang in beginsel te zien het in geschil zijnde bedrag aan belasting. Er bestaat geen grond om dit anders te zien, indien het gaat om verrekening van een voorlopige aanslag.
HR 29-05-1996, ECLI:NL:PHR:1996:AA1964, m.nt. J.A. Smit
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
29 mei 1996
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Soest, van
- Zaaknummer
30 781
- Noot
J.A. Smit
- LJN
AA1964
- JCDI
JCDI:ADS225824:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1996:AA1964, Uitspraak, Hoge Raad, 29‑05‑1996
ECLI:NL:PHR:1996:AA1964, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 29‑05‑1996
- Wetingang
Art. 5a (oud) Wet ARB
Essentie
Met betrekking tot een veroordeling in de proceskosten is, indien het een aanslag betreft, als het in de rechtsstrijd betrokken belang in commit; beginsel te zien het in geschil zijnde bedrag aan belasting. Er bestaat geen grond om dit anders te zien, indien het gaat om verrekening van een voorlopige aanslag.
Uitspraak
Uitspraak Hof Amsterdam:
Op het verzoek ingevolge artikel 5a, derde lid, van de Wet administratieve rechtspraak belastingzaken van X te Z, belanghebbende.
1. Het verzoek is gedaan naar aanleiding van de indiening en de intrekking van een beroepschrift van belanghebbende.
2. Het beroepschrift is tijdig ingediend ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.