Inhoudsopgave
WFR 1991/1778:TEN ONRECHTE IN REKENING GEBRACHTE OMZETBELASTING; HET WETTELIJKE STELSEL EN DE DEROGERENDE WERKING VAN DE ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR
WFR 1991/1778
TEN ONRECHTE IN REKENING GEBRACHTE OMZETBELASTING; HET WETTELIJKE STELSEL EN DE DEROGERENDE WERKING VAN DE ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR
Documentgegevens:
MR. A. J. H. BARON VAN LYNDEN (Belastinginspecteur te Enschede), datum 01-01-1991
- Datum
01-01-1991
- Auteur
MR. A. J. H. BARON VAN LYNDEN (Belastinginspecteur te Enschede)
- JCDI
JCDI:ADS774438:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Wetingang
Wet OB 1968
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 INLEIDING
Degene die op een factuur op enigerlei wijze melding maakt van omzetbelasting die niet verschuldigd is, is nochtans omzetbelasting verschuldigd op grond van art. 37 Wet OB 1968. Degene aan wie een dergelijke factuur is uitgereikt heeft in beginsel geen aanspraak op de aftrek van de daarop vermelde omzetbelasting, aangezien art. 15, eerste lid, onderdeel a, Wet OB 1968 als voorwaarde stelt dat de omzetbelasting in rekening wordt gebracht op een op de voorgeschreven wijze opgemaakte factuur. Hiervan is in deze gevallen geen sprake, omdat de factuur ingevolge art. 35, eerste lid, onderdeel g, Wet OB 1968 slechts ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.