Inhoudsopgave
WFR 1992/1789:DE TIEN-JARENREGELING IN DE SUCCESSIEWET 1956 GETOETST AAN VERDRAGSBEPALINGEN
WFR 1992/1789
DE TIEN-JARENREGELING IN DE SUCCESSIEWET 1956 GETOETST AAN VERDRAGSBEPALINGEN
Documentgegevens:
MR. O.B. ONNES (Raadsheer in het Gerechtshof te Amsterdam.), datum 01-01-1992
- Datum
01-01-1992
- Auteur
MR. O.B. ONNES (Raadsheer in het Gerechtshof te Amsterdam.)
- JCDI
JCDI:ADS841128:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Schenk- en erfbelasting / Algemeen
Europees belastingrecht / Algemeen
- Wetingang
art. 3 lid 1 SW 1956; EVRM; BuPo-verdrag; art.7 VWEU; Successieverdrag Nederland-Verenigde Staten 1969
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 INLEIDING
Art. 3, eerste lid, Successiewet 1956 bepaalt, dat een Nederlander die binnen het rijk heeft gewoond en binnen tien jaren, nadat hij het rijk metterwoon heeft verlaten, is overleden of een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van zijn overlijden of van het doen van de schenking, binnen het rijk te hebben gewoond. Uit deze bepaling vloeit voort, dat het Nederlanderschap - dus de nationaliteit - van de erflater of schenker beslissend kan zijn voor het bestaan van belastingplicht voor het successie- of schenkingsrecht.
Onlangs heeft de rechter zich in een tweetal procedures uitgesproken over de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.