FED 1996/404:Belanghebbende exploiteert een waterdestillatiefabriek. Vervuilt oppervlaktewater wordt ingenomen dat na bewerking met een lagere vervuilingswaarde weer wordt geloosd. Het bureau Verontreinigingsheffing Oppervlaktewateren heeft een aanslag van 3114 inwonerequivalenten opgelegd, waarbij vermindering wegens de vervuiling van het ingenomen water beperkt wordt tot het geloosde volume (40%) van het ingenomen oppervlaktewater. Belanghebbende stelt dat op basis van art. 17 Wet VO en uitlatingen van de minister van Verkeer en Waterstaat de ingenomen inwonerequivalenten voor 100% in mindering dienen te komen op de geloosde vervuilingswaarde, zodat geen aanslag had mogen worden opgelegd. De Hoge Raad bevestigt de uitspraak van het hof die aangeeft dat de uitlating van de minister begunstigend beleid behelst en niet kan gelden als algemeen verbindend voorschrift en derhalve ruimte laat tot de 40% beperking.