FED 1992/583:Voordelen uit verduistering in dienstbetrekking niet belast als loon maar wel als inkomsten uit andere werkzaamheid. 1. Tot het loon uit dienstbetrekking als bedoeld in de Wet LB 1964 behoren, afgezien van art. 12 LB 1964 (ministerieel geregelde bijtelling van fooien en dergelijke prestaties van derden), niet voordelen die niet door de werkgever zijn verstrekt maar die de werknemer kon behalen omdat zijn dienstbetrekking hem daartoe in staat stelde. Voordelen uit verduistering in dienstbetrekking zijn daarom geen loon. 2. Het geheel van handelingen dat verduistering oplevert is een onder bereik van art. 22, eerste lid, letter b, Wet IB 1964 vallende, in het economisch verkeer verrichte werkzaamheid. 3. De terugbetalingsverplichting van de verduisterende werknemer jegens zijn werkgever neemt niet weg dat hij het verduisterde geniet op het moment van verduistering. Het eventuele latere afzien van terugvordering door de werkgever zal niet (opnieuw) tot heffing van inkomstenbelasting mogen leiden.