BNB 1999/209
Inkomsten uit verduistering. Verdeling bewijslast. Belang van vrijspraak in strafproces
HR 10-03-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2713, m.nt. P.J. Wattel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 maart 1999
- Magistraten
Stoffer; Zuurmond; Pos; Beukenhorst; Monné
- Zaaknummer
33 840
- Noot
P.J. Wattel
- LJN
AA2713
- JCDI
JCDI:ADS660323:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2713, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑03‑1999
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB; art. 22, eerste lid, onderdeel b, Wet IB 1964
Essentie
Inkomsten uit verduistering. Verdeling bewijslast. Belang van vrijspraak in strafproces
Samenvatting
Belanghebbende is door de strafkamer van het Hof vrijgesproken van de hem ten laste gelegde verduistering van gelden van zijn werkgever.
HR: Het Hof heeft kennelijk en niet-onbegrijpelijk uit het in de tegen belanghebbende gevoerde strafprocedure gebruikte onderzoeksrapport en de verklaringen van belanghebbende bij dat onderzoek en ter zitting, het vermoeden ontleend dat de desbetreffende bedragen aan hem ten goede zijn gekomen, en wel als inkomsten uit arbeid buiten dienstbetrekking. Het daarop gegronde oordeel dat het op de weg van belanghebbende lag aannemelijk te maken dat die ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.