BNB 2000/272
Hondenbelasting. Vrijstelling voor buiten de bebouwde kom wonende houders
HR 21-06-2000, ECLI:NL:PHR:2000:AA6253, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 2000
- Magistraten
Korthals Altes; Zuurmond; Pos; Beukenhorst; Bavinck
- Zaaknummer
33 816
- Conclusie
A-G mr. Ilsink
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA6253
- JCDI
JCDI:ADS888196:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA6253, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑2000
ECLI:NL:PHR:2000:AA6253, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑06‑2000
- Wetingang
Art. 226 Gemeentewet; Verordening Hondenbelasting 1996 gemeente Hellendoorn
Essentie
Hondenbelasting. Vrijstelling voor buiten de bebouwde kom wonende houders
Samenvatting
Belanghebbende, houder van een hond en wonend binnen de bebouwde kom van de gemeente, acht zich gediscrimineerd door de vrijstelling voor houders die buiten de bebouwde kom wonen.
HR: De hondenbelasting is in art. 226 Gemeentewet weliswaar voorzien als een algemene belasting ten behoeve van de verwerving van inkomsten door de gemeente, maar het staat een gemeente vrij de hondenbelasting zo op te zetten dat het een bestemmingsheffing is. Dat is hier gebeurd. Uitgaande van die beperking heeft de gemeente, nu vaststaat dat de hondenoverlastbeperkende maatregelen en voorzieningen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.