FED 1984/4503
Bij de toepassing van het beginsel van het opgewekt vertrouwen kan niet de eis worden gesteld dat belangh. aannemelijk maakt dat de ambtenaar met zijn uitlating een toezegging beoogde. Beslissend ten deze is of sprake is geweest van een door belangh. redelijkerwijs als een toezegging op te vatten uitlating.
HR 27-06-1984, ECLI:NL:HR:1984:AW8572, m.nt. A. Harlaar
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 juni 1984
- Magistraten
Dijk, Van; Vucht, Van; Stoffer; Verburgh; Baardman
- Zaaknummer
22 555
- Noot
A. Harlaar
- LJN
AW8572
- JCDI
JCDI:ADS202267:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1984:AW8572, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑06‑1984
- Wetingang
Art. 5 WARB
Essentie
Bij de toepassing van het commit; beginsel van het opgewekt vertrouwen kan niet de eis worden gesteld dat belangh. aannemelijk maakt dat de ambtenaar met zijn uitlating een toezegging beoogde. Beslissend ten deze is of sprake is geweest van een door belangh. redelijkerwijs als een toezegging op te vatten uitlating.
Uitspraak
Het geschil betrof de aanslag ib 1979.
Vaststaat:
Dat belangh. (X), die is geboren in 1911 en gehuwd is met een in 1915 geboren vrouw, gepensioneerd bedrijfsadviseur is;
dat belangh. in 1974 voor f 55.000 beleggingsbewijzen RPS heeft gekocht, waarvan de looptijd 5 jaar bedroeg;
dat aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.