BNB 1998/93
1. Africhting jonge paarden leidt tot oplevering van een nieuw goed Stalling en verzorging van paarden vormt in casu één prestatie 2. Ter zitting overgelegde bescheiden die door de Inspecteur ambtshalve zullen worden beoordeeld; onvoldoende motivering door het Hof
HR 17-12-1997, ECLI:NL:HR:1997:AA3346, m.nt. M.E. van Hilten
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 december 1997
- Magistraten
Jansen; Bellaart; Moor, de; Meij; Vliet, van
- Zaaknummer
32 593
- Noot
M.E. van Hilten
- LJN
AA3346
- JCDI
JCDI:ADS179926:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3346, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑12‑1997
- Wetingang
Art. 17 Wet ARB; art. 3, eerste lid, onderdeel c, Wet OB 1968; Tabel I, post b 13, Wet OB 1968
Essentie
1. Africhting jonge paarden leidt tot oplevering van een nieuw goed Stalling en verzorging van paarden vormt in casu één prestatie 2. Ter zitting overgelegde bescheiden die door de Inspecteur ambtshalve zullen worden beoordeeld; onvoldoende motivering door het Hof
Samenvatting
1. De door belanghebbende verrichte prestaties omvatten de stalling van jonge paarden, inhoudend het beschikbaar stellen van een box of een gemeenschappelijke box, het verstrekken van voer, en later de africhting en eventuele training van de paarden.
HR: Laatstgenoemde prestaties leiden tot de oplevering van een nieuw goed, het afgerichte en getrainde paard.
Belanghebbendes prestaties, bestaande uit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.