BNB 1997/383
Verzoek om toezending van aangiftebiljet blijft achterwege; kwade trouw?
HR 11-06-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA2158, m.nt. R.H. Happé
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 juni 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 236
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
R.H. Happé
- LJN
AA2158
- JCDI
JCDI:ADS887803:1
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA2158, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑06‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA2158, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 11‑06‑1997
- Wetingang
Art. 16, eerste lid, AWR
Essentie
Verzoek om toezending van aangiftebiljet blijft achterwege; kwade trouw?
Samenvatting
Belanghebbende zendt in 1991 de na herhaald verzoek ontvangen aangiftebiljetten voor 1988 en 1989 in. Voor 1990 ontvangt zij opnieuw geen biljet; zij doet geen verzoek om toezending. In de aangifte voor 1991 vermeldt zij de voor 1990 verschuldigde belasting.
Hof: De Inspecteur had op grond van de hem ter beschikking staande gegevens een aanslag over 1990 kunnen opleggen. Het nalaten daarvan was een ambtelijk verzuim, dat aan navordering in de weg staat. Belanghebbende was ter zake van dit feit niet te kwader trouw in de zin van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.