V-N 2001/2.12
VENNOOTSCHAPSBELASTING Fiscale eenheid. Vervangingsreserve. Moedermaatschappij mag na ontvoeging geen vervangingsreserve vormen voor vervreemding bedrijfsmiddel door dochter
HR 06-12-2000, ECLI:NL:HR:2000:AA8865, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 december 2000
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens
- Zaaknummer
35870
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA8865
- JCDI
JCDI:ADS901235:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Vennootschapsbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2000:AA8865, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑12‑2000
- Wetingang
Art. 15 Wet Vpb 1969
Essentie
VENNOOTSCHAPSBELASTING Fiscale eenheid. Vervangingsreserve. Moedermaatschappij mag na ontvoeging geen vervangingsreserve vormen voor vervreemding bedrijfsmiddel door dochter
Samenvatting
X BV vormde als moedermaatschappij met D BV een fiscale eenheid ex art. 15 Wet Vpb. 1969. In 1994 verkocht D BV de economische eigendom van het haar toebehorende hotelpand aan een derde waarbij zij een boekwinst realiseerde. De fiscale eenheid is met ingang van 1 januari 1995 verbroken. In geschil is of X BV op haar balans per 31 december 1994 voor deze boekwinst een vervangingsreserve als bedoeld in art. 14 Wet IB 1964 mag opnemen.
Hof Amsterdam heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.