FED 1999/493
Verrekening van teruggaaf aan moedermaatschappij met belastingschulden dochtervennootschappen binnen fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan niet na faillissement moedermaatschappij
HR 15-01-1999, ECLI:NL:HR:1999:ZC2820, m.nt. J.J. Vetter (Wilderink/Ontvanger)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 januari 1999
- Magistraten
Langemeijer Roelvink; Neleman; Heemskerk; Herrmann; De Savornin Lohman
- Zaaknummer
16763
C97/242
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
ZC2820
- Roepnaam
Wilderink/Ontvanger
- JCDI
JCDI:ADS229414:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Algemeen
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht (V)
Vennootschapsbelasting (V)
Invordering (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:ZC2820, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑01‑1999
Conclusie, Hoge Raad, 30‑10‑1998
- Wetingang
Art. 24, tweede lid, Invorderingswet 1990
Essentie
Verrekening van teruggaaf aan moedermaatschappij met belastingschulden dochtervennootschappen binnen fiscale eenheid vennootschapsbelasting kan niet na faillissement moedermaatschappij
Samenvatting
Verrekening van een teruggaaf aan de moedermaatschappij met belastingschulden van dochtervennootschappen binnen fiscale eenheid vennootschapsbelasting op de voet van art. 24, tweede lid, Invorderingswet is niet (meer) mogelijk, nadat de moedermaatschappij failliet is verklaard.
Uitspraak
Het geschil betreft de vraag of verrekening door de ontvanger binnen fiscale eenheid vennootschapsbelasting van een teruggaaf vennootschapsbelasting aan de moedermaatschappij van de fiscale eenheid met belastingschulden van twee dochtermaatschappijen op de voet van artikel 24, lid 2, Invorderingswet 1990 mogelijk is na verbreking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.