FED 1995/576
Lid 4 van art. 29a is bedoeld als een correctie op lid 1 voor die gevallen waarin toepassing van lid 1 tot een uitkomst leidt welke in strijd is met de strekking van het artikel. Kennelijk gaat het hier althans in hoofdzaak om de aard van de werkzaamheden, derhalve om een kwalitatieve maatstaf. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever het begrip 'beleggen' met opzet niet heeft gedefinieerd, onder meer om economische en maatschappelijke ontwikkelingen te kunnen volgen, en voorts dat hij, o.a. in lid 4, aan 'beleggen' nog de woorden 'of daarmee overeenkomende werkzaamheden' heeft toegevoegd, om ook activiteiten te bestrijken die in het dagelijks leven veelal niet als beleggen worden aangemerkt maar die daarvan niet wezenlijk verschillen. Uit de conclusie dat de vennootschap gelden van beleggers aantrekt uitsluitend om daarmee door normale, niet met enige andere activiteit van de vennootschap samenhangende, transacties op de termijnmarkten voor goederen en financiële waarden en door beleggen in rentedragende schuldvorderingen ten behoeve van die beleggers voordelen te behalen, volgt dat de werkzaamheden van de vennootschap niet wezenlijk verschillen van beleggen of daarmee overeenkomende werkzaamheden.
HR 21-06-1995, ECLI:NL:PHR:1995:AA1640, m.nt. P. van der Wal
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Urlings; Zuurmond; Fleers; Berge, van der
- Zaaknummer
29 843
- Noot
P. van der Wal
- LJN
AA1640
- JCDI
JCDI:ADS224824:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1640, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑1995
ECLI:NL:PHR:1995:AA1640, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑1995
- Wetingang
Art. 29a Wet IB 1964
Essentie
Lid 4 van art. 29a is bedoeld als een correctie op lid 1 voor die gevallen waarin toepassing van lid 1 tot een uitkomst leidt welke in strijd is met de strekking van het artikel. Kennelijk gaat het hier althans in hoofdzaak om de aard van de werkzaamheden, derhalve om een kwalitatieve maatstaf. Uit de wetsgeschiedenis blijkt dat de wetgever het begrip 'beleggen' met opzet niet heeft gedefinieerd, onder meer om economische en maatschappelijke ontwikkelingen te kunnen volgen, en voorts dat hij, o.a. in lid 4, aan 'beleggen' nog de woorden 'of daarmee overeenkomende werkzaamheden' heeft toegevoegd, om ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.