HR, 23-09-1992, nr. 28 388

Documentgegevens:

HR 23-09-1992, ECLI:NL:HR:1992:BH8551

Instantie: Hoge Raad
Datum: 23 september 1992
Magistraten: Stoffer; Mijnssen; Wildeboer; Urlings; Zuurmond
Zaaknummer: 28 388
LJN: BH8551
Vakgebied(en): Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:1992:BH8551, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑09‑1992
Wetingang: Procesorde; art. 6 EVRM; art. 49 AWR

Uitspraak

Belanghebbende, X, is tot 19 december 1984 tezamen met Y enig aandeelhouder van X BV. Op 10 december 1986 ontvangt de belastingadministratie een brief van A, waarin hij vermeldt dat hij op verzoek van X en Y medio 1984 valse facturen heeft opgemaakt, gericht aan X. Vervolgens stelt de FIOD een opsporingsonderzoek in tegen X BV, X en Y, naar aanleiding waarvan de inspecteur aan X meedeelt dat aan hem navorderingsaanslagen zullen worden opgelegd. Na de eerste mondelinge behandeling voor het hof stelt de FIOD in opdracht van de officier van justitie een nader onderzoek in tegen X. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.