FED 1995/332
HR, 12-04-1995, nr. 30 265
HR 12-04-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA1575
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Moor, de; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 265
- LJN
AA1575
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA1575, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1995
- Wetingang
Art. 4 Wet OB 1968
Uitspraak
Belanghebbende, X BV, exploiteert een videotheek.
In geschil is of de inspecteur terecht de voor te laat teruggebrachte banden in rekening gebrachte bedragen aanmerkt als vergoedingen voor het ter beschikking stellen van de banden.
Het Hof Amsterdam stelt de inspecteur in het gelijk.
Op het beroep in cassatie van X BV overweegt de Hoge Raad:
Het hof heeft ten aanzien van videobanden, niet zijnde nieuwe films of computerspelletjes, vastgesteld dat, ingeval deze niet binnen de overeengekomen huurperiode worden terugbezorgd, een bedrag in rekening wordt gebracht ter grootte van de dagverhuurprijs vermenigvuldigd met het aantal dagen dat de band ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.