BNB 1998/39
Aanslagbiljet niet verzonden
HR 12-11-1997, ECLI:NL:PHR:1997:AA3304, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 november 1997
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Bellaart,; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Meij
- Zaaknummer
32 556
- Conclusie
Plv. P-G mr. Van Soest
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AA3304
- JCDI
JCDI:ADS171730:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1997:AA3304, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑11‑1997
ECLI:NL:PHR:1997:AA3304, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 12‑11‑1997
- Wetingang
Art. 5, eerste lid, art. 11, derde lid, en art. 16 AWR
Essentie
Aanslagbiljet niet verzonden
Samenvatting
Belanghebbende ontvangt binnen de voor het opleggen van een aanslag gestelde termijn wel een mededeling omtrent de afwijking van het aangegeven belastbare inkomen, doch door een administratieve fout ter inspectie niet een aanslagbiljet. De Inspecteur legt een navorderingsaanslag op; het Hof merkt deze aan als een tijdig opgelegde primitieve aanslag.
HR: Nu de Inspecteur heeft verzuimd een aanslagbiljet op te maken en aan belanghebbende toe te zenden, is de aanslag niet vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in art. 5 AWR. Nu geen grond voor navordering aanwezig is, dient de navorderingsaanslag te worden vernietigd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.