FED 1997/31:Het hof heeft geoordeeld dat een ambtenaar van de PTT geen persoon is die uitlatingen kan doen op grond waarvan de inspecteur zou zijn gehouden de wet anders toe te passen dan deze luidt. Dit oordeel is juist. Hoewel ingevolge een door de belastingadministratie met de PTT getroffen regeling op een postkantoor aangifte en betaling met betrekking tot de motorrijtuigenbelasting kan worden gedaan en aldaar ook inlichtingenfolders worden verstrekt, houdt zulks niet in dat de belastingadministratie daarmee de aan haar toerekenbare schijn heeft gewekt dat de PTT namens haar uitlatingen als vorenbedoeld, kan doen. De klacht dat het hof ten onrechte is voorbijgegaan aan belanghebbendes stelling dat hij op grond van door hem bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer ingewonnen inlichtingen over 'grijze kentekens' in rechte erop mocht vertrouwen dat voor het onderhavige motorrijtuig de belasting naar het juiste tarief was voldaan, kan reeds hierom niet tot cassatie leiden, omdat genoemde dienst niet mede is betrokken bij de uitvoering van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1966.