FED 2004/400
HR, 09-07-2004, nr. 38 779
HR 09-07-2004, ECLI:NL:HR:2004:AP9630
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 juli 2004
- Zaaknummer
38 779
- LJN
AP9630
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AP9630, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑07‑2004
- Wetingang
Art. 55, zevende lid, Wet IB 1964; art. 26 IVBPR; art. 14 EVRM jo. art. 1 Eerste Protocol
Samenvatting
Alleen aan arbeidsongeschikten met WAJONG-uitkering jonggehandicaptenaftrek toekennen is niet discriminatoir.
Uitspraak
Hoge Raad oordeelt in navolging van Hof Amsterdam dat belanghebbende niet in aanmerking kwam voor de jonggehandicaptenaftrek. Belanghebbende genoot immers geen WAJONG-uitkering. Er is geen sprake van een verboden discriminatie. De wetgever mocht de jonggehandicaptenaftrek om uitvoeringstechnische redenen beperken tot arbeidsongeschikten die feitelijk een WAJONG-uitkering genieten.
Belanghebbende, X, is geboren in 1947. X is blijvend, volledig en duurzaam arbeidsongeschikt. Tijdens zijn studie heeft hij in de periode van september 1975 tot februari 1976 gedurende enkele uren per week gewerkt in het onderwijs. Als gevolg van toen ontstane ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.