FED 2001/464
Ambtshalve toetsing of redelijke termijn is overschreden
HR 24-07-2001, ECLI:NL:HR:2001:AB2773, m.nt. A.J.H. van Suilen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 juli 2001
- Magistraten
Zuurmond; Brunschot, van; Vliet, van; Lourens; Bavinck
- Zaaknummer
36204
- Noot
A.J.H. van Suilen
- LJN
AB2773
- JCDI
JCDI:ADS234036:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Inkomstenbelasting (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Europees belastingrecht (V)
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AB2773, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑07‑2001
- Wetingang
Art. 61a, eerste lid, Wet IB 1964 (tekst 1988)Art. 61a, eerste lid, Wet IB 1964 (tekst 1988)
Essentie
Ambtshalve toetsing of redelijke termijn is overschreden
Samenvatting
Tijdens de hofprocedure heeft belanghebbende geen beroep gedaan op overschrijding van de redelijke termijn in de zin van art. 6 EVRM. Een zodanig beroep had belanghebbende nog kunnen doen op de laatste hofzitting. De Hoge Raad overweegt dat het hof niet gehouden is zich in zijn uitspraak uit te laten over de redelijkheid van de termijn die is verstreken tot de laatste hofzitting. Het hof had daarentegen wel ambtshalve moeten onderzoeken of met een termijn van dertien maanden tussen de laatste hofzitting en de dag van de uitspraak, de redelijke termijn ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.