BNB 1998/246
HR, 13-05-1998, nr. 33 378
HR 13-05-1998, ECLI:NL:HR:1998:AA2515
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 mei 1998
- Magistraten
Jansen; Moor, de; Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Vliet, van
- Zaaknummer
33 378
- LJN
AA2515
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1998:AA2515, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑05‑1998
- Wetingang
Art. 12, eerste lid, Wet OB 1968
Samenvatting
Aan de vennootschap onder firma X is in 1995 een naheffingsaanslag in de omzetbelasting opgelegd over het tijdvak 2 januari 1990 t/m 31 december 1992. De vennootschap was evenwel op 2 juli 1991 beëindigd; de Inspecteur was daarmee door een boekenonderzoek in 1994 bekend. De onderneming is na genoemde datum voortgezet door X; de aangiften werden onveranderd gedaan op naam van de firma.
De Inspecteur mocht zich niet laten leiden door de door belanghebbende gewekte schijn, nu de Inspecteur bekend was met de beëindiging van de vennootschap. De aanslag dient te worden vernietigd voor zover deze betrekking heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.