Inhoudsopgave
WFR 1993/551:KLANTGERICHTHEID EN ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR: PARALLEL OF PARADOX? (Deze bijdrage vindt zijn oorsprong in een voordracht gehouden op het op 17 juni 1992 gehouden symposium 'Klantgerichtheid en beleid', georganiseerd door de BGO-Amsterdam.)
WFR 1993/551
KLANTGERICHTHEID EN ALGEMENE BEGINSELEN VAN BEHOORLIJK BESTUUR: PARALLEL OF PARADOX? (Deze bijdrage vindt zijn oorsprong in een voordracht gehouden op het op 17 juni 1992 gehouden symposium 'Klantgerichtheid en beleid', georganiseerd door de BGO-Amsterdam.)
Documentgegevens:
MR. DRS. R.H. HAPPE (Werkzaam bij de Belastingeenheid Grote Ondernemingen te Amsterdam en tevens part-time verbonden aan de Rijks Universiteit Leiden.), datum 01-01-1993
- Datum
01-01-1993
- Auteur
MR. DRS. R.H. HAPPE (Werkzaam bij de Belastingeenheid Grote Ondernemingen te Amsterdam en tevens part-time verbonden aan de Rijks Universiteit Leiden.)
- JCDI
JCDI:ADS791433:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
1 INLEIDING
Het gedrag van de belastingdienst staat ter discussie. Allereerst gebeurt dit van de kant van de belastingplichtigen langs de weg van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Zeer frequent wordt in procedures een beroep gedaan op het vertrouwensbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. Daarnaast heeft de fiscus zelf zijn gedrag aan de orde gesteld. In het kader van de grote reorganisatie die de belastingdienst onlangs heeft doorgemaakt, is ook aangegeven, dat belastingplichtigen voortaan een klantgericht gedrag van de inspecteur mogen verwachten.
In deze bijdrage zal ik beide houdingen die aldus van de inspecteur worden verlangd, nader belichten. De ene ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.