FED 1994/509
Heffingsrentevraagstuk. Ook indien de inspecteur heeft nagelaten een voorlopige aanslag op te leggen aan de hand van bij het verzoek om uitstel van aangifte door de belastingplichtige verstrekte gegevens en ook indien het belopen van de heffingsrente om die reden (mede) aan de inspecteur is te wijten, is heffingsrente verschuldigd.
HR 22-06-1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC5695, m.nt. J.J. Vetter
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 juni 1994
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
29 830
- Noot
J.J. Vetter
- LJN
ZC5695
- JCDI
JCDI:ADS213617:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:ZC5695, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑06‑1994
- Wetingang
Essentie
Heffingsrentevraagstuk. Ook indien de inspecteur heeft nagelaten een voorlopige aanslag op te leggen aan de hand van bij het verzoek om uitstel van aangifte door de belastingplichtige verstrekte gegevens en ook indien het belopen van de heffingsrente om die reden (mede) aan de inspecteur is te wijten, is heffingsrente verschuldigd.
Uitspraak
Het geschil betrof de vraag of bij de aanslag inkomstenbelasting 1988 terecht heffingsrente in rekening is gebracht.
Het Gerechtshof Amsterdam heeft de tussen partijen vaststaande feiten als volgt weergegeven:
2.1. Voor de indiening van de aangifte inkomstenbelasting 1988/vermogensbelasting 1989 was in het kader van de uitstelregeling belastingconsulenten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.