BNB 1996/61
Woonruimten in binnenstad, slechts in te verwaarlozen mate gebaat door de aanwezigheid van parkeergarage: vrijgesteld van de daarop betrekking hebbende baatbelasting. Vloeroppervlakte als heffingsgrondslag
HR 20-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3163, m.nt. G.J. van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 december 1995
- Magistraten
Stoffer; Wildeboer; Zuurmond; Herrmann; Fleers
- Zaaknummer
30 452
- Noot
G.J. van Leijenhorst
- LJN
AA3163
- JCDI
JCDI:ADS887467:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3163, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑12‑1995
- Wetingang
Art. 273a gemeentewet (oud); Verordening baatbelasting gemeente Alkmaar
Essentie
Woonruimten in binnenstad, slechts in te verwaarlozen mate gebaat door de aanwezigheid van parkeergarage: vrijgesteld van de daarop betrekking hebbende baatbelasting. Vloeroppervlakte als heffingsgrondslag
Samenvatting
Het Hof, van oordeel dat de woonruimten in de Alkmaarse binnenstad als zodanig slechts in te verwaarlozen mate door de parkeergarage A meer woongenot bieden en daardoor voor de toepassing van art. 273a gemeentewet (oud) slechts in te verwaarlozen mate door die parkeergarage zijn gebaat, heeft geoordeeld dat de in de Verordening baatbelasting parkeergarage A opgenomen vrijstelling van woonruimten niet in strijd is met het recht.
Voorts heeft het Hof geoordeeld dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.