FED 2000/178
Uitreiking bonusaandelen ten laste van fusieagio?
HR 23-06-1999, ECLI:NL:HR:1999:AA2800, m.nt. R.P.C.W.M. Brandsma
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 juni 1999
- Magistraten
Soest, van; Jansen, R.J.J.; Brunschot, van; Vliet, van; Hammerstein; Amersfoort, van
- Zaaknummer
33 580
- Noot
R.P.C.W.M. Brandsma
- LJN
AA2800
- JCDI
JCDI:ADS22781:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting (V)
Dividendbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1999:AA2800, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑06‑1999
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 05‑01‑1999
- Wetingang
Art. 44 Wet IB 1964; art. 3, tweede lid, Wet div.bel. 1965
Essentie
Uitreiking bonusaandelen ten laste van fusieagio?
Samenvatting
Belanghebbende, X BV is in 1979 opgericht met een geplaatst aandelenkapitaal van f 600 000. Ter volstorting van de aandelen in belanghebbende zijn aandelen in drie werkmaatschappijen ingebracht. Ingevolge art. 44 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 behoort een deel van de waarde van de ingebrachte aandelen niet tot het fiscaal erkende kapitaal.
In 1980 heeft belanghebbende nominaal f 200 000 eigen aandelen ingekocht voor f 950 000. De inkoop heeft niet geleid tot heffing van inkomstenbelasting. In 1988 heeft belanghebbende nominaal f 100 000 eigen aandelen ingekocht voor f ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.