V-N 1995/4460, 2
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur Bewijslast inzake nultarief. Bewijs niet onrechtmatig verkregen jegens belastingplichtige. FIOD-ambtenaren hebben bestuursrechtelijke bevoegdheden. Cautie hoeft niet gegeven te worden bij fiscale boeteoplegging. Aanvang redelijke termijn. Geen verwerking van het recht tot aanslagoplegging.
HR 13-12-1995, ECLI:NL:HR:1995:AA3171, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 december 1995
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Jansen, C.H.M.; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
30 058
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AA3171
- JCDI
JCDI:ADS897513:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1995:AA3171, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑12‑1995
- Wetingang
Essentie
Algemene wet inzake rijksbelastingen. Administratieve rechtspraak belastingzaken. Algemene beginselen van behoorlijk bestuur Bewijslast inzake nultarief. Bewijs niet onrechtmatig verkregen jegens belastingplichtige. FIOD-ambtenaren hebben bestuursrechtelijke bevoegdheden. Cautie hoeft niet gegeven te worden bij fiscale boeteoplegging. Aanvang redelijke termijn. Geen verwerking van het recht tot aanslagoplegging.
Samenvatting
X, die onder de naam A een groothandel in kleding dreef, verkocht en leverde volgens zijn administratie in 1987 kleding aan C, die daarbij optrad als tussenpersoon voor ,,B PVBA'' te Q, België. C nam de gekochte goederen in ontvangst en betaalde X contant. Voorts verstrekte C X van een douanestempel voorziene documenten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.