FED 1995/60
Het hof schiet tekort in zijn motiverings- en onderzoeksplicht bij de verwerping van de boekhouding van een handelaar in illegale geluidsdragers (bootlegs). Bootlegs vormen geen absoluut verboden goederen die buiten de heffing van BTW vallen.
HR 07-12-1994, ECLI:NL:HR:1994:AA2988, m.nt. R.J. Koopman
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
7 december 1994
- Magistraten
Jansen, R.J.J.; Linde, van der; Bellaart; Moor, de; Putt-Lauwers, van der
- Zaaknummer
29 656
- Noot
R.J. Koopman
- LJN
AA2988
- JCDI
JCDI:ADS224797:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Omzetbelasting / Algemeen
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1994:AA2988, Uitspraak, Hoge Raad, 07‑12‑1994
- Wetingang
Art. 3, 34 (31 oud) en 36 Wet OB 1968; art. 25 en 29 AWR
Essentie
Het hof schiet tekort in zijn motiverings- en onderzoeksplicht bij de verwerping van de boekhouding van een handelaar in illegale geluidsdragers (bootlegs). Bootlegs vormen geen absoluut verboden goederen die buiten de heffing van BTW vallen.
Uitspraak
Het geschil betrof de naheffingsaanslag omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 1987 tot en met 31 december 1988.
Vaststaat:
3.1. Belanghebbende handelde in het onderhavige tijdvak in elpee's, muziekcassettes en compact discs. De vennootschap had tot september 1987 twee directeuren/groot-aandeelhouders, namelijk B en C, ieder voor 50% aandeelhouder. De eerstgenoemde persoon is in september 1987 om het leven gekomen.
3.2. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.