BNB 2007/271
De bepaling dat van verbetering van de landbouwstructuur slechts sprake is indien de verkrijger de verkregen landerijen bedrijfsmatig exploiteert, is onverbindend
HR 13-07-2007, ECLI:NL:PHR:2007:AU9530, m.nt. Van Leijenhorst
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 juli 2007
- Magistraten
Berge, van den; Monné; Maanen, van; Schaap; Heisterkamp
- Zaaknummer
42153
- Conclusie
A-G mr. Wattel
- Noot
Van Leijenhorst
- LJN
AU9530
- JCDI
JCDI:ADS171747:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2007:AU9530, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑07‑2007
ECLI:NL:PHR:2007:AU9530, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 13‑07‑2007
- Wetingang
Art. 15, eerste lid, onderdeel q, Wet BRV; art. 6a, eerste lid, onderdeel b, Uitv.besl. BRV
Essentie
De bepaling dat van verbetering van de landbouwstructuur slechts sprake is indien de verkrijger de verkregen landerijen bedrijfsmatig exploiteert, is onverbindend
Samenvatting
Belanghebbende verkreeg in 2001 de eigendom c.q. het vruchtgebruik van percelen landbouwgrond. De verkopers exploiteerden gezamenlijk een landbouwbedrijf. Zij verkochten de grond om hun bedrijf te kunnen splitsen. Belanghebbende heeft de percelen na de aankoop verpacht aan een van de verkopers, die daarop zijn landbouwbedrijf voortzet. De Inspecteur weigert met een beroep op art. 6a, eerste lid, onderdeel b, Uitv.besl. BRV (tekst 2001) de vrijstelling voor verbetering van de landbouwstructuur, omdat belanghebbende de verkregen landerijen niet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.