V-N 2004/42.3
FISCAAL BESTUURSRECHT. INKOMSTENBELASTING Navordering. Verlengde navorderingstermijn buitenlandse inkomsten in casu niet van toepassing
HR 13-08-2004, ECLI:NL:HR:2004:AQ6911, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 augustus 2004
- Magistraten
Putt-Lauwers, van der; Brunschot, van; Lourens; Bavinck; Berge, van den
- Zaaknummer
39 287
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- LJN
AQ6911
- JCDI
JCDI:ADS904013:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Inkomstenbelasting / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2004:AQ6911, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑08‑2004
- Wetingang
Art. 16, vierde lid, AWR
Essentie
FISCAAL BESTUURSRECHT. INKOMSTENBELASTING Navordering. Verlengde navorderingstermijn buitenlandse inkomsten in casu niet van toepassing
Samenvatting
De Hoge Raad oordeelt in navolging van Hof Amsterdam dat het enkele feit dat het beheer van een bankrekening vanuit het buitenland is geschied, onvoldoende is om de verlengde navorderingstermijn van art. 16, vierde lid, AWR van toepassing te doen zijn.
Erflater, overleden in 1996, is in 1987 op indirecte wijze commanditair vennoot in een CV. Medevennoten zijn J en I. Erflater, J en I komen met L Limited (hierna: L) overeen dat L namens de drie genoemde personen transacties in effecten zal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.